FAQ – Schijnzelfstandigheid en de strengere handhaving per 1 januari 2025
Bijgewerkt op: 5-11-2024
In aanloop naar de opheffing van het handhavingsmoratorium op 1 januari 2025 is er nog veel onduidelijkheid over schijnzelfstandigheid en de strengere handhaving. Daarom geven we hieronder antwoord op de meestgestelde vragen. Onze HR-deskundigen en juristen zijn in de materie gedoken om jullie meer duidelijkheid te bieden.
Veelgestelde vragen over schijnzelfstandigheid
Dummy (niet verwijderen)
Wat is de 'Toelichting Beoordeling arbeidsrelaties' die de Belastingdienst heeft gepubliceerd?
Op 1 november 2024 heeft de Belastingdienst de Toelichting Beoordeling arbeidsrelaties gepubliceerd (bekijk document). In het document vind je het meest recente beslis- en afwegingskader om te bepalen of er sprake is van een arbeidsovereenkomst. Naast de criteria gezag, arbeid en loon staat in de toelichting van de Belastingdienst dat alle feiten en omstandigheden van belang zijn. Bij de beoordeling zijn er twee fases: de uitlegfase en de kwalificatiefase.
In de uitlegfase wordt gekeken welke werkafspraken de partijen hebben gemaakt en hoe ze die hebben uitgevoerd. In de kwalificatiefase wordt gekeken of de werkafspraken en de uitvoering daarvan voldoen aan de eisen van een arbeidsovereenkomst. Bij deze holistische toets wordt er gekeken naar negen feiten en omstandigheden uit het Deliveroo-arrest.
Om opdrachtgevers te helpen bij het beoordelen van arbeidsrelaties heeft het Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid een webmodule gemaakt die je kunt invullen. In de webmodule zijn de punten van het Deliveroo-arrest verwerkt.
Ga naar de ‘Webmodule Beoordeling Arbeidsrelatie‘
De Tweede Kamer wil een ‘zachtere landing’ bij het opheffen van het handhavingsmoratorium, wat betekent dat?
Vanaf 1 januari 2025 gaat de Belastingdienst strenger controleren of zzp’ers echt zelfstandig zijn of eigenlijk in loondienst werken. De Tweede Kamer wil dat de overgang naar strengere handhaving geleidelijk en met begrip verloopt. Daarom kiest de Tweede Kamer voor een ‘zachte landing’.
De ‘zachte landing’ houdt in dat de belastingdienst voor minimaal één jaar eerst gaat focussen op probleemgevallen zoals gedwongen zelfstandigheid en onderbetaling. Voor andere gevallen waarbij sprake kan zijn van schijnzelfstandigheid wordt de menselijk maat leidend. Dit kan betekenen dat je eerst een waarschuwing krijgt in plaats van een boete.
Hoef ik mij geen zorgen te maken over schijnzelfstandigheid dankzij de ‘zachtere landing’?
De ‘zachtere landing’ betekent dat de belastingdienst voor minimaal één jaar eerst gaat focussen op probleemgevallen zoals gedwongen zelfstandigheid en onderbetaling. Behoor je niet tot de probleemgevallen? Dan betekent dat niet dat je je geen zorgen hoeft te maken bij schijnzelfstandigheid.
Wanneer er sprake is van schijnzelfstandigheid, kan de Belastingdienst namelijk een naheffingsaanslag of boete opleggen met terugwerkende kracht tot 1 januari 2025. Ze gaan hierbij de zogenoemde menselijke maat toepassen. Blijkt er bijvoorbeeld sprake te zijn van bewuste schijnzelfstandigheid? Dan lijkt het aannemelijk dat de Belastingdienst geen waarschuwing gaat geven en direct overgaat op een boete en naheffing. Als er sprake is van kwaadwillendheid kan de naheffing of boete ook over de periode vóór 2025 worden opgelegd.
Wat kan ik als ondernemer verwachten met betrekking tot het handhavingsmoratorium?
Tot 2016 bestond de VAR (Verklaring Arbeidsrelatie). In deze verklaring gaf de Belastingdienst aan of de werkende werd aangemerkt als zelfstandige. Als dat zo was, hoefde de werkgever geen belasting en sociale premies voor deze persoon te betalen.
In 2016 veranderde dit. De VAR werd vervangen door de Wet DBA (Wet deregulering beoordeling arbeidsrelaties). Nu moeten de opdrachtgever en de werknemer samen beslissen of iemand als werknemer of als zelfstandige wordt gezien. Dit zorgde voor veel verwarring en onzekerheid. Om deze reden werd er in 2016 een ‘pauze’ ingelast, het zogenaamde handhavingsmoratorium. Tijdens deze pauze kon de Belastingdienst wel advies geven over de situatie, maar alleen in gevallen waarin er opzettelijk misbruik werd gemaakt van de regels, kon de Belastingdienst achterstallige belastingen en premies innen.
Op 1 januari 2025 eindigt deze ‘pauze’, en de Belastingdienst zal dan weer gaan controleren en eventueel achterstallige belastingen en premies gaan innen als blijkt dat iemand eigenlijk als werknemer en niet als zelfstandige had moeten worden gezien.
Er zijn nog steeds geen nieuwe regels die duidelijk maken hoe je moet bepalen of iemand een werknemer of een zelfstandige is. Het is waarschijnlijk dat de Belastingdienst hiervoor de regels zal gebruiken die door de Hoge Raad zijn opgesteld in de zaak tegen het bedrijf Deliveroo. Hierbij wordt gekeken naar de hele situatie om te bepalen of iemand als werknemer of als zelfstandige moet worden gezien.
Wanneer is er sprake van gezag volgens de nieuwe VBAR wetgeving?
De Wet Verduidelijking Arbeidsrelaties (VBAR) is ontworpen om de regels omtrent het werken als zelfstandige duidelijker te maken. De wet bestaat uit twee delen: het eerste deel verduidelijkt de beoordeling van de arbeidsrelatie en het tweede deel creëert een rechtsvermoeden gebaseerd op het uurtarief.
Het is belangrijk om op te merken dat de VBAR een wetsvoorstel is. In 2023 werd het wetsvoorstel ter internetconsultatie aangeboden en kreeg het veel kritiek. Ook het Adviescollege toetsing regeldruk (ATR) uitte zijn bezwaren. Vlak voor de installatie van het nieuwe kabinet op 2 juli, stuurde het demissionaire kabinet een aangepast wetsvoorstel naar de Raad van State voor advies. Vervolgens moet het nog door de Tweede Kamer en de Eerste Kamer, dus er zijn nog enkele stappen te doorlopen voordat de wet definitief wordt.
Deel 1 Arbeidsrelatie: Het kabinet wil de gezagsverhouding verduidelijken aan de hand van criteria die wijzen op werken als werknemer (W) en criteria die wijzen op werken als zelfstandige (Z). Daarvoor wordt eerst gekeken naar de situatie binnen de organisatie waar het werk plaatsvindt. Zijn er dan evenveel aanwijzingen dat iemand werknemer is als zelfstandige, dan wordt er pas gekeken of iemand normaal gesproken zelfstandige is voor soortgelijke werkzaamheden (OP).
- W: wordt de arbeid verricht onder werkinhoudelijke of organisatorische sturing door de werkgever?
- Z: is het werken voor eigen rekening en risico?
- OP: zijn indicaties W en Z gelijk dan wordt gekeken naar indicaties die wijzen op ondernemerschap van de persoon.
In het oorspronkelijke wetsvoorstel van 2023 waren er verschillende scenario’s (A, B, C) die bepaalden of iemand als zelfstandige of als werknemer werd beschouwd. In het nieuwe aangepaste voorstel van 2024 is dit vervangen door indicaties die wijzen op werknemerschap of zelfstandigheid.
Deel 2 Uurtarief: Er is een minimum uurtarief van €33,- ingesteld. Als de werkende aantoont dat hij minder betaald krijgt dan het geldende uurtarief, is het aan de werkgever om aan te tonen dat er geen sprake is van een arbeidsovereenkomst. Het rechtsvermoeden werkt niet andersom.
Welke alternatieven zijn er voor zzp’ers?
Dit is voor een groot deel afhankelijk van de reden waarom je zzp’er inzet. Veelal worden zzp’ers ingezet om:
- de capaciteit (tijdelijk) te vergroten;
- de wendbaarheid van een organisatie te vergroten;
- werkgeverrisico’s te vermijden;
- en om tijd te besparen, omdat er bijvoorbeeld geen salarisadministratie gevoerd hoeft te worden.
Twijfel je of er sprake is van schijnzelfstandigheid binnen jouw organisatie en ben je op zoek naar alternatieven? Afhankelijk van jouw behoeften en de wensen vanuit de zzp’er, zijn er verschillende opties:
- In dienst nemen: Je kunt ervoor kiezen om geen zzp’ers meer in te zetten en iedereen in eigen dienst te nemen. Een voordeel is de sterkere binding tussen de medewerker en het bedrijf. Een nadeel ten opzichte van zzp’ers is dat je werkgever wordt met alle bijbehorende plichten en risico’s.
- Via een payroll- of uitzendorganisatie inlenen: In dit geval wordt de payroll- of uitzendorganisatie de formele werkgever van de werker, terwijl de opdrachtgever de dagelijkse leiding houdt. Het voordeel is dat je geen werkgeversrisico’s draagt en geen omkijken hebt naar de personeels- en salarisadministratie. In het geval van uitzenden kan de schijnzelfstandige enige flexibiliteit behouden doordat er geen sprake is van exclusieve ter beschikkingstelling.
Mag je minder salaris bieden als een zzp’er in loondienst gaat?
Heb je eerder gebruik gemaakt van een zelfstandige waarvan de opdracht is afgelopen en waarbij sprake was van zuivere zelfstandigheid? Dan kun je de betreffende persoon daarna zelf in dienst nemen. Er is dan geen sprake van opvolgend werkgeverschap, want de zelfstandige was niet in loondienst. Je kunt dan andere arbeidsvoorwaarden afspreken dan die in de opdrachtovereenkomst golden. Echter, wanneer je iemand in loondienst neemt, geldt wel het minimumloon en dien je rekening te houden met de arbeidsvoorwaarden in de cao die van toepassing is.
Twijfel je of de zelfstandige echt als zelfstandige wordt beoordeeld door de Belastingdienst en is er eigenlijk sprake van schijnzelfstandigheid? Dan is er sprake van loondienst en opvolgend werkgeverschap. Dan mogen de arbeidsvoorwaarden niet negatief wijzigen en moet je nog steeds voldoen aan het minimumloon en arbeidsvoorwaarden volgens de cao.
Erken je schijnzelfstandigheid als je een zzp’er in loondienst neemt?
Nee, het aannemen van een zzp’er in loondienst staat volledig los van de erkenning van schijnzelfstandigheid. Een persoon die als zzp’er heeft gewerkt, kan later gewoon in loondienst worden aangenomen. Het is mogelijk dat de zzp’er eerder werk heeft verricht waarbij geen sprake was van een gezagsverhouding, terwijl dat na zijn indiensttreding wel zo is. Het aannemen van een zzp’er in loondienst betekent dus niet automatisch dat er sprake was van schijnzelfstandigheid.
Zzp’er wil met terugwerkende kracht vakantiegeld bij schijnzelfstandigheid, is dit een geldige claim?
Ja, als er sprake is van schijnzelfstandigheid kan de werknemer tot vijf jaar terug het vakantiegeld claimen. Is er geen sprake van schijnzelfstandigheid? Dan is de betreffende persoon gewoon zzp’er. Een zzp’er is zelf verantwoordelijk voor het salaris en ontvangt dus geen vakantiegeld van opdrachtgevers.
Kan een schijnzelfstandige aanspraak maken op een vast contract (onbepaalde tijd)?
Wanneer een zzp’er als werknemer wordt beschouwd, geldt het arbeidsrecht met terugwerkende kracht. Dit houdt in dat de zzp’er eigenlijk werkzaam was op basis van opeenvolgende arbeidsovereenkomsten voor bepaalde tijd. De wettelijke ketenregeling is dan van toepassing. Hierdoor kan de zzp’er, die in werkelijkheid een werknemer blijkt te zijn, mogelijk aanspraak maken op een arbeidsovereenkomst voor onbepaalde tijd.
Als ik als opdrachtgever een schijnzelfstandige na 4 jaar wil aannemen, heeft hij/zij dan recht op een vast contract?
Als is vastgesteld dat er sprake is van schijnzelfstandigheid, dan is het arbeidsrecht met terugwerkende kracht van toepassing en ook de ketenregeling. Volgens de Nederlandse arbeidswetgeving, specifiek de ‘ketenregeling’, heeft de werknemer recht op een vast contract als hij of zij langer dan 3 jaar in dienst is of meer dan 3 tijdelijke contracten heeft gehad. Dus als je een schijnzelfstandige na 4 jaar in dienst neemt, zou deze persoon inderdaad recht hebben op een vast contract.
Wat gebeurt er als het uurtarief van een zzp’er onder het wettelijk minimumloon valt en heeft de zzp’er dan nog recht op vorderingen?
Als blijkt dat een zzp’er eigenlijk een schijnzelfstandige was, dan kan deze persoon tot 5 jaar terug loon vorderen als het salaris hoger is dan de vergoeding die hij of zij heeft ontvangen als zzp’er. Naast het wettelijk minimumloon (WML) zou de zzp’er ook recht kunnen hebben op een salaris conform de cao, inclusief overwerkvergoeding, toeslagen, enzovoort.
Welke naheffingen kan ik als werkgever allemaal krijgen bij schijnzelfstandigheid?
Als werkgever kun je te maken krijgen met verschillende naheffingen in het geval van schijnzelfstandigheid, namelijk:
- Loonbelasting en premie voor de volksverzekeringen: Op de betalingen die aan de zzp’er (die eigenlijk een werknemer is) zijn gedaan, moeten loonbelasting en premies voor de volksverzekeringen worden ingehouden en afgedragen. Als opdrachtgever kun je deze kosten mogelijk verhalen op de schijnzelfstandige. Het hangt echter van de overeenkomst af of je als opdrachtgever verhaalrecht hebt. Mocht je de kosten verhalen op de schijnzelfstandige, kan hij/zij vervolgens een herziening van de aangifte inkomstenbelasting aanvragen, waardoor de inkomstenbelasting wordt verrekend met de loonheffing. Let op: de onderstaande premies en bijdragen kun je niet verhalen op de werknemer.
- Afdracht premie voor de werknemersverzekeringen.
- Afdracht inkomensafhankelijke bijdrage voor de Zorgverzekeringswet.
- Indien van toepassing, moet je pensioenpremie afdragen bij een verplicht gesteld pensioenfonds.
- Andere verplichtingen uit de cao: Mogelijk zijn er nog andere verplichtingen die voortkomen uit de cao, zoals het minimum cao loon, overwerk of toeslagen die nog moeten worden betaald.
Hoe wordt inbedding van een werknemer in de organisatie beoordeeld?
In het wetsvoorstel Wet VBAR dat in 2024 voor advies naar de Raad van State is gegaan, zijn de indicaties die wijzen op werken als werknemer aangepast. Er kwam na het eerdere concept van het wetsvoorstel namelijk veel kritiek op de term ‘inbedding in de organisatie’, omdat het te onduidelijk zou zijn. In plaats van ‘inbedding in de organisatie’ wordt in het nieuwe voorstel gekeken of er criteria zijn die wijzen op het werken als werknemer. De volgende factoren worden in overweging genomen:
- Aanwijzingen en instructies: De werkgever heeft het recht om aanwijzingen en instructies te geven over hoe de werkzaamheden moeten worden uitgevoerd, en de werknemer is verplicht deze op te volgen.
- Controle en ingrijpen: De werkgever heeft de mogelijkheid om de werkzaamheden van de werknemer te controleren en kan op basis daarvan ingrijpen.
- Organisatorisch kader: De werkzaamheden worden uitgevoerd binnen het organisatorisch kader van de organisatie van de werkgever.
- Structureel karakter: De werkzaamheden hebben een structureel karakter binnen de organisatie.
- Zij-aan-zij werken: De werkzaamheden worden zij-aan-zij uitgevoerd met werknemers die soortgelijke werkzaamheden verrichten.
Wanneer profileert een zzp’er zich als ondernemer?
Een zzp’er profileert zich als ondernemer op basis van verschillende indicaties die zijn opgenomen in het aangepaste wetsvoorstel Wet VBAR dat in 2024 voor advies naar de Raad van State is gegaan. Deze indicaties zijn onderverdeeld in indicaties die wijzen op werknemerschap en op zelfstandigheid. Daarvoor wordt eerst gekeken naar de situatie binnen de organisatie waar het werk plaatsvindt. Zijn er dan evenveel aanwijzingen dat iemand werknemer is als zelfstandige, dan wordt er pas gekeken of er indicaties zijn die wijzen op ondernemerschap buiten de arbeidsrelatie.
Indicaties die wijzen op werken als zelfstandige binnen de arbeidsrelatie:
- De financiële risico’s en resultaten van de werkzaamheden liggen bij de werkende.
- Bij het verrichten van de werkzaamheden is de werkende zelf verantwoordelijk voor gereedschap, hulpmiddelen en materialen.
- De werkende is in het bezit van een specifieke opleiding, werkervaring, kennis of vaardigheden, die in de organisatie van de werkgever niet structureel aanwezig is.
- De werkende treedt tijdens de werkzaamheden zelfstandig naar buiten.
- Er is sprake van een korte duur van de opdracht en/of een beperkt aantal uren per week.
Kenmerken die wijzen op ondernemerschap buiten de arbeidsrelatie:
- De werkende heeft meerdere opdrachtgevers per jaar.
- De werkende besteedt tijd en/of geld aan het verwerven van een reputatie en het vinden van nieuwe klanten of opdrachtgevers.
- De werkende heeft bedrijfsinvesteringen van enige omvang.
- De werkende gedraagt zich administratief als zelfstandig ondernemer: is ingeschreven bij de KVK, is btw-ondernemer en/of heeft recht op de fiscale voordelen van het ondernemerschap (zoals ondernemersfaciliteiten).
- Het is belangrijk om op te merken dat dit nog maar een voorstel is en nog niet definitief.
Wie draagt de financiële last bij schijnzelfstandigheid, zzp-platformen of eindklanten?
Over het algemeen draagt de opdrachtgever/werkgever de hoofdverantwoordelijkheid voor de financiële lasten bij schijnzelfstandigheid. Dit omvat mogelijke navorderingsaanslagen voor de inkomstenbelasting die aan de werkende kunnen worden opgelegd.
Echter, er zijn situaties waarin de zelfstandige professional, zoals een zzp-verpleegkundige, ervoor kiest om niet in loondienst te werken. In dergelijke gevallen kan de financiële last ook gedeeltelijk op hen vallen. Dit is vooral relevant als ze de voorkeur geven aan de flexibiliteit die het zzp-leven biedt, ondanks de potentiële financiële risico’s.
Wat zijn de gevolgen voor schijnzelfstandigen?
Er kunnen gevolgen zijn voor zzp’ers wanneer de Belastingdienst oordeelt dat een zzp’er eigenlijk in loondienst is bij de opdrachtgever. Het is echter belangrijk om te weten dat het kabinet schijnzelfstandigen er niet van wil weerhouden om in loondienst te treden. Het is juist de bedoeling dat ze in loondienst zijn als ze een werknemer zijn. Vooral wanneer werknemers zijn gedwongen om zzp’er te worden.
De zzp’er loopt de volgende risico’s wanneer schijnzelfstandigheid wordt vastgesteld:
- Ondernemersfaciliteiten: De zzp’er kan worden verplicht om de ondernemersfaciliteiten die hij heeft genoten terug te betalen. Dit kan niet worden verhaald op de opdrachtgever.
- Inkomensafhankelijke regelingen: Het terugbetalen van de ondernemersfaciliteiten kan invloed hebben op inkomensafhankelijke regelingen zoals toeslagen.
- TOZO: Het kan ook invloed hebben op de TOZO (Tijdelijke Overbruggingsmaatregel Zelfstandige Ondernemers) tijdens de coronatijd.
- Inkomstenbelasting: Het handhavingsmoratorium geldt alleen voor de loonheffingen en niet voor de inkomstenbelasting. Er kan een navorderingsaanslag voor inkomstenbelasting worden opgelegd aan de werkende.
Kun je de naheffing op loonbelasting en premie volksverzekering verhalen op de schijnzelfstandige?
Wanneer de Belastingdienst vaststelt dat er sprake is van schijnzelfstandigheid en loonheffing gaat naheffen, kun je deze kosten als opdrachtgever mogelijk verhalen op de schijnzelfstandige. Je moet dit dan wel in de overeenkomst met de opdrachtnemer hebben opgenomen.
De schijnzelfstandige kan vervolgens een herziening van de aangifte inkomsten belasting aanvragen, waardoor de inkomstenbelasting wordt verrekend met de loonheffing.
Let op: de naheffing op de premies werknemersverzekeringen, de inkomensafhankelijke bijdrage Zorgverzekeringswet en de pensioenpremies kun je niet verhalen op de schijnzelfstandige.
Achtergrond informatie
Schijnzelfstandigheid is een situatie waarin een zelfstandige zonder personeel (zzp’er) feitelijk werkt als een werknemer, maar zonder de bijbehorende rechten en plichten van een arbeidsovereenkomst. Dit kan leiden tot oneerlijke concurrentie en het ontduiken van sociale premies en belastingen. Om deze praktijken tegen te gaan, is de Wet Deregulering Beoordeling Arbeidsrelaties (DBA) ingevoerd.
Per 1 januari 2025 wordt het handhavingsmoratorium, dat sinds 2016 van kracht was, opgeheven. Tijdens het moratorium kon de Belastingdienst wel aanwijzingen geven, maar geen boetes of naheffingen opleggen. Vanaf 2025 krijgt de Belastingdienst echter de volledige bevoegdheid om bij onjuiste kwalificatie van arbeidsrelaties correctieverplichtingen en naheffingsaanslagen op te leggen.
De strengere handhaving is bedoeld om ervoor te zorgen dat zzp’ers daadwerkelijk als zelfstandigen opereren en niet als verkapte werknemers. Werkgevers en opdrachtgevers moeten dus extra voorzichtig zijn bij het inhuren van zzp’ers en ervoor zorgen dat de arbeidsrelatie voldoet aan de criteria van zelfstandigheid, zoals het zelf bepalen van werktijden en tarieven.
Nog meer vragen over de strengere handhaving?
Huur je zzp’ers in en heb je vragen over de strengere handhaving? Onze adviseurs staan klaar om al je vragen te beantwoorden. Neem via onderstaande knop contact met ons op.
Voorgestelde berichten:
Wat is de Wet verbetering poortwachter?
In deze blog vertellen wij je alles wat je moet weten over de Wet verbetering poortwachter.
Wat te doen bij een zieke werknemer?
In deze blog vertellen wij je alles wat je moet weten over wat je moet doen bij een zieke werknemer!
De krappe arbeidsmarkt in de logistieke sector
Na een periode van sterke economische groei, signaleert De Nederlandse Bank (2023) dat de Nederlandse conjunctuur sinds midden 2022 in een neergaande fase verkeert.
Vraag een adviesgesprek aan
Heb je vragen over onze dienstverlening? Neem dan gerust contact op voor een adviesgesprek. Wij nemen binnen één werkdag contact met je op.