Verhoging reiskostenvergoeding en andere wettelijke wijzigingen in 2023
Het einde van het jaar komt in zicht en dat betekent dat er ook weer een aantal wettelijke wijzigingen aan zit te komen. Onze HR-specialisten hebben alle wijzigingen bestudeerd en de belangrijkste punten voor je op een rij gezet.
Wettelijke wijzigingen
De onderstaande wijzigingen worden rond de jaarwisseling doorgevoerd:
- Uitbreiding inlenersbeloning
- Verwachte verhoging reiskostenvergoeding
- Verhoging wettelijk minimumloon
- Aanpassing fasetelling
- Wijziging pensioenregeling
Uitbreiding inlenersbeloning met eindejaarsuitkering
Met ingang van 1 januari 2023 wordt de inlenersbeloning in de NBBU cao uitgebreid met een vaste eindejaarsuitkering. De inlenersbeloning bestaat dan uit 10 elementen die ten minste gelijk zijn aan de beloning van de werknemer (werkzaam in een gelijke of gelijkwaardige functie) in dienst van de opdrachtgever. Onder de vaste eindejaarsuitkering vallen onder andere de 13e maand, een eindejaarsuitkering en een kerstgratificatie.
Verwachte verhoging reiskostenvergoeding
Door de hogere prijzen voor autorijden en het openbaar vervoer hebben werknemers meer reiskosten. De belastingvrije vergoeding was maximaal € 0,19 per kilometer en dit gaat naar verwachting per 1 januari 2023 omhoog naar maximaal € 0,21. Zodra de Eerste en Tweede kamer het belastingplan hebben aangenomen is het definitief. Dit gebeurt naar verwachting midden december. Je bent als werkgever niet verplicht om de reiskostenvergoeding te verhogen, tenzij anders staat aangegeven in de cao.
Het verhogen van de reiskostenvergoeding is niet verplicht, tenzij anders staat aangegeven in de cao.
Verhoging wettelijk minimumloon
Deze wettelijke wijziging wordt doorgevoerd vanwege de uitzonderlijk hoge inflatie en de gevolgen daarvan op het besteedbaar inkomen van Nederlanders. Het kabinet heeft op Prinsjesdag besloten om het minimumloon in één keer te verhogen met 10,15%.
Het wettelijk minimumloon voor werknemers vanaf 21 jaar komt daardoor per 1 januari 2023 uit op € 11,16 bruto per uur bij een 40-urige werkweek. Werknemers die jonger zijn dan 21 jaar krijgen een percentage van het minimumloon. Indien van toepassing, zullen wij de uurlonen en loonschalen automatisch aanpassen per 1 januari.
Aanpassing in fasetelling
Op 3 januari 2022 heeft er een wijziging plaatsgevonden in de NBBU cao met betrekking tot de duur van de uitzendfases. 2022 was een overgangsfase voor werknemers die al een contract hadden op 3 januari 2022. Per 2 januari 2023 is de overgangsfase voorbij. Dit betekent het volgende:
Fase 1-2
Per 2 januari 2023 wijzigt de duur van fase 1-2 voor iedereen naar 52 weken (dit was 78 weken). Dit betekent dat iedereen die op 2 januari 2023 een fase 1-2 overeenkomst heeft die 52 weken of langer heeft geduurd, verder gaat naar fase 3.
Fase 3
Per 2 januari 2023 wijzigt de duur van fase 3 voor iedereen naar 3 jaar (dit was 4 jaar). Dit betekent dat iedereen die op 2 januari 2023 een fase 3 overeenkomst heeft die 3 jaar of langer heeft geduurd, verder gaat naar fase 4.
Wijziging in pensioenregeling
De pensioenregeling van de StiPP bestaat uit twee regelingen. De Basisregeling start na 8 gewerkte weken en daarbij betaalt alleen de werkgever een premie voor het pensioen (2,6%). Nadat een werknemer 52 weken heeft gewerkt in de Basisregeling start de Plusregeling. Vanaf dat moment betalen zowel de werkgever (8%) als de werknemer een premie voor het pensioen.
Vanaf 1 januari 2023 wordt de werkgeverspremie in de Basisregeling gelijkgetrokken naar het niveau van de Plusregeling (8%). De werknemersbijdrage blijft onveranderd en start pas bij ingang van de Plusregeling.
Daarnaast wijzigt de opbouw van het pensioengevend salaris. Zo gaan reserveringen die zijn opgebouwd in de wachttijd of in andere perioden waarin de werknemer niet deelnam aan de pensioenregeling, deel uit maken van het pensioengevend salaris.